Na een daverende ruzie hier in huis ben ik er helemaal klaar mee. Zo woest ben ik zelden geweest. Ik roep dat hij bij zijn moeder moet in trekken en ik krijg hetzelfde van hem te horen over mijn moeder.
Op zijn argumenten heb ik niet gelijk een weerwoord. Nee, die verwacht ik pas over een dag of 2 te hebben. Als ik allang niet boos meer ben. Knettergek wordt ik daarvan. De verwijten vliegen over en weer. Terecht en onterecht en duidelijk van maar een kant bekeken. Als ik 2 dagen later het van een afstandje bekijk is het weer eens duidelijk.
Ik doe te weinig in het huishouden en daar wordt hij boos om. Of eigenlijk is het daar jaren geleden mee begonnen. Daarna beloofde ik beterschap en beterschap en beterschap. Ondertussen kregen we drie kinderen en twee daarvan lijken op mij. De jongste heeft duidelijk meer van hem meegekregen. Een korte toelichting op het op mij lijken. Ze laten hun rommel slingeren. Denken er niet bij na dat die beker ook terug naar het aanrecht kan. Natte schoenen kunnen op de verwarming en als ze vies zijn kun je ze schoonmaken. Het is geen onwil, we zien het gewoon niet.
Waar wij vuiltjes en stofjes (en soms hele wasmanden met op te vouwen was) niet zien liggen heb je ook 2 personen in huis die ze wel zien. Alsof ze het huis door een loep met stofdetector bekijken. Uit zichzelf dingen opbergen en het voor elkaar krijgen op net op dat ene plekje te gaan staan waar het plakt op de vloer. Een is nog zo jong dat hij zich er niet druk over maakt. De ander is wat ouder en baalt dat zijn huis smerig is. Stofzuigen doe je om de dag. De badkamer 2 wekelijks en het toilet als het vies is en zeker dagelijks. Het aanrecht mag voor 90% leeg zijn van spullen die er niet op horen, het liefst 100%.
In een huis met 3 rommelkonten en 1 persoon die zijn sokken niet binnenstebuiten keert als hij ze in de was gooit is het zwaar leven. Zeker als deze 4 personen zeker 3-wekelijks beterschap beloven en er dan ook met frisse blik en vol goede moed tegenaan gaan. In ieder geval de eerste week. Daarna zwakt het af en aan het eind van de derde week is het gewenste frisse opgeruimde huis ver te zoeken.
In mijn ogen is het opgeruimd en kan ik er best bezoek ontvangen.
In zijn ogen is het vies en smerig en moet je hier niet eens iemand binnen willen vragen.
Dit blijven we nog wel even volhouden denk ik. 🙂